Hoe werkt het kinderbrein? Benedenbrein en bovenbrein
In een eerdere blog was te lezen dat het brein uit drie delen bestaat. Het reptielenbrein, zoogdierenbrein en het mensenbrein. Voor deze blog verdeel ik de hersenen in twee delen in plaats van drie delen. Namelijk het brein waar de processen onbewust gaan, het reptielenbrein en het zoogdierenbrein samen en het deel van ons brein waar we bewust nadenken over wat we doen. In het onbewuste deel van ons brein worden onder andere de ademhaling, fight, flight, freeze reacties en de sterkte emoties geregeld. Dit is het benedenbrein. Daarnaast heb je ook het bovenbrein, waar de bewuste processen plaats vinden, wat ik ook wel het mensenbrein noem. Daar worden de processen aangestuurd om te kunnen plannen, beslissingen maken en voor zelfinzicht en normbesef.
Wanneer het benedenbrein en het bovenbrein met elkaar geïntegreerd zijn, als ze dus goed samenwerken, kan je kind zijn emoties reguleren, nadenken over de gevolgen van de acties die hij doet, wachten voordat hij iets onderneemt en bedenken hoe iets voor een ander is. Het doel is dan ook om de verbinding tussen deze twee hersenhelften te versterken, waardoor de samenwerking verbetert.
Verticale integratie
Bij het beneden en bovenbrein spreken we van verticale integratie. Deze integratie werkt twee kanten op. Wanneer er een beslissing genomen moet worden, is het fijn als je daarbij ook je emoties en je intuïtie mee laat beslissen. De andere kant op kan het bovenbrein de emoties en sterke reacties van het benedenbrein reguleren wanneer de reacties te heftig worden.
Het benedenbrein van je kind is al helemaal ontwikkeld direct vanaf de geboorte, maar het bovenbrein van je kind is pas volledig ontwikkeld halverwege de 20, dus op 25/26-jarige leeftijd. Daarom is het heel belangrijk om de verwachtingen die je van je kind hebt, te temperen. Tot die tijd kan het bovenbrein niet volledig functioneren zoals dat bij jou en bij mij het geval is. Het gebeurt dus regelmatig dat je kind van slag en in de war raakt in zijn benedenbrein, zonder dat hij zijn bovenbrein kan gebruiken. Het gevolg is dat je kind zijn zelfbeheersing verliest en verkeerde keuzes gaat maken. Daarnaast is er ook weinig empathie en zelfinzicht.
In het benedenbrein hebben we de hersenstructuur de amygdala. Deze reageert wanneer er gevaar dreigt. De aymgdala is dus de hersenstructuur waar de fight, flight, freeze reactie ontstaat. Dit gebeurt al voordat je bovenbrein mee kan denken, want als die mee zou moeten denken ben je vaak al te laat. Dit doen voordat je nadenkt is uiteraard minder handig en geschikt in normale dagelijkse situaties, dan wil je juist na kunnen denken. Maar omdat bij kinderen het bovenbrein nog niet helemaal ontwikkeld is, reageert de amygdala sneller dan bij ons als volwassenen. Daardoor wordt ook de verbinding tussen het benedenbrein en het deel van het bovenbrein wat al wel ontwikkeld is, verbroken. Je kind is op zo’n moment totaal niet meer voor rede vatbaar. Je kind verkeerd in crisis, en ja, in zijn beleving is het echt een crisis! Zo kan het voor een jong kind echt verschrikkelijk zijn wanneer hij in plaats van het paarse bord een blauw bord krijgt bij het eten. Hij kan dan niet meer met zijn logisch denkende bovenbrein bedenken dat dat helemaal geen ramp is. Voor hem is het dus een echte ramp.
Hierover je verwachtingen bijstellen, en weten wat er in de hersenen van je kind gebeurt, hij dit absoluut niet doet om jou te pesten, maar hij er zelf waarschijnlijk meer last van heeft dan dat jij er op dat moment van hebt, helpt je enorm door deze buien heen.
Je kind is niet lastig, je kind heeft het lastig.
Twee soorten driftbuien
Als je kijkt naar het beneden en bovenbrein zijn er eigenlijk twee soorten driftbuien. De eerste is de driftbui vanuit het bovenbrein, wanneer je kind er logisch over na kan denken. Dan is er opzet in het spel. Zoiets kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer je kind heel graag dat ijsje wilt hebben. Je mag je kind dan wel troosten, want het is ook niet leuk als je geen ijsje mag terwijl je dat wel graag wilt. Maar het troosten van je kind betekent niet dat hij dan alsnog dat ijsje krijgt! De emoties mogen er zijn, zonder dat je toegeeft aan de wens van het ijsje.
Een driftbui vanuit het benedenbrein is anders. Op zo’n moment is je kind zo van slag dat hij zijn bovenbrein niet meer kan gebruiken. Hij heeft geen controle meer over zijn lichaam en zijn emoties. De verbinding is volledig verbroken tussen het benedenbrein en het bovenbrein. Wanneer je een driftbui van het benedenbrein wilt oplossen kun je dat het beste doen door te troosten. Als ouder verbind je je met het kind om hem rustig te krijgen, dit heet ook wel co-regulatie. Vaak is het enige dat helpt hem liefdevol te knuffelen, en te laten weten dat je er voor hem bent. Sommige kinderen hebben niet meteen de behoefte om aangeraakt te worden, dat is ook oké. Geef je kind dan de ruimte, blijf bij voorkeur in de buurt en laat je kind weten dat je er voor hem bent als hij wel weer wilt knuffelen. Wanneer de ergste emoties voorbij zijn zul je merken dat ze juist wel weer behoefte hebben aan dat contact. Maar de driftbui is dan nog niet volledig voorbij, dus hou het nog even bij knuffelen en kroelen. Pas als de bui volledig voorbij is, kun je praten met je kind over wat er gebeurd is, want daar is immers het bovenbrein voor nodig waardoor de verbinding tussen het beneden en bovenbrein dus herstelt moet zijn.
Tijdens zo’n bui kan het ook gebeuren dat je kind zichzelf of een ander pijn wilt doen, of met spullen wil gooien. Hou hem dan tegen, voor zijn eigen veiligheid of die van de ander. Ook hier heeft het geen zin om hierover in gesprek te gaan. Dat werkt pas op het moment dat je kind gekalmeerd is en het bovenbrein dus weer aanspreekbaar is.
Deze driftbuien van het benedenbrein komen vooral voor bij hele jonge kinderen. Wanneer kinderen iets ouder worden, meestal vanaf een jaar of 4 a 5, komen de driftbuien vanuit het benedenbrein steeds minder voor. Dit komt doordat het bovenbrein zich aan het ontwikkelen is, wat de verbinding tussen de twee breinen langzaam sterker maakt. Wel komen juist buien vanuit het bovenbrein vaker voor. Dat zijn de buien waarbij je kind bijv. iets heel graag wilt, maar het niet mag of kan, en dan door blijft zeuren erover.
Met de kennis uit de blogs over de basisinformatie over het kinderbrein, de linker en rechter hersenhelft, en deze blog over het onder- en bovenbrein, hoop ik dat er wat bewustwording is gecreëerd. Je kind is niet lastig of moeilijk, hij heeft het moeilijk. Deze kennis en bewustwording kan je vaak al goed helpen bij het begeleiden van je kind, zonder dat je daarbij niet meer weet hoe je ermee om moet gaan en je geduld verliest.
Mocht je na het lezen van de blogs nog vragen hebben, voel je welkom om contact op te nemen!